Schutzstaffel, ofwel ‘bewakingseenheid’, het partijleger van de Duitse NSDAP.
De manschappen van de SS onderschreven de ideologie van het nationaalsocialisme. De SS was in eerste instantie opgericht ter bescherming van Hitler en zijn partijgenoten. Gaandeweg kreeg de organisatie meer
taken op het terrein van de naleving van de rassenwetten. De SS bestond uit verschillende onderdelen, waaronder de Gestapo. In Nederland stond de SS onder leiding van Hanns Albin Rauter. Zijn superieur in Duitsland was Heinrich Himmler.
Oorspronkelijk had de SS tot taak om partijvergaderingen en partijfunctionarissen te beschermen tegen politieke tegenstanders. Het omvormen van de SS tot een elite groepering was grotendeels het werk van Heinrich Himmler.
Aanvankelijk werden de concentratiekampen gecontroleerd door plaatselijke eenheden van de SA (Sturmabteilung), de algemene SS en sporadisch ook door de politie. In het Zuid-Duitse Dachau namen SS-eenheden in april 1933 de bewaking over. Ze werden
afgescheiden van de algemene SS. Zo ontstond een afzonderlijke afdeling, exclusief verbonden aan het kampsysteem en direct ondergeschikt aan Theodor Eicke.
Na de inval in Polen werden SS-eenheden ook achter de frontlinies ingezet om de eerste maatregelen in de systematische vernietigingspolitiek uit te voeren. Vanaf het begin is de SS niet alleen als ‘bewakingsdienst’ (SS-Totenkopfverbände), maar
ook als een paramilitaire organisatie opgezet.